Tips voor de winter: paarden

De meeste paarden kunnen zich goed aanpassen aan de weersverandering, maar toch moeten we soms eens ingrijpen en onze paarden ondersteunen.

Voornamelijk tijdens het werken met je paard is het belangrijk om ze, met het koudere weer, langer te laten in- en uitstappen. De spieren hebben namelijk meer tijd nodig om op te warmen bij koud weer. Na het werk moet het lichaam ook terug de tijd krijgen om zich aan te passen aan de koudere temperaturen. Werk je paard ook niet te hard in het zweet. Dit droogt in de winter minder snel op en zo kan je paard risico lopen op een verkoudheid.

Qua leefomgeving is het goed om de paddock gelijk te slepen vooraleer het gaat vriezen. Indien de grond gelijk ligt, lopen de paarden minder snel het risico om hun benen om te slaan of te struikelen. Ook voldoende schuilmogelijkheid is een must. Zeker indien de paarden in een kudde leven. Zo kunnen ook de ranglage dieren schuilen tegen het weer. Daarnaast kan een zacht ligbed van bijvoorbeeld stro zalig zijn voor je paard.

Als extra kan je jouw paard een deken opleggen. De meeste paarden krijgen uit zichzelf een goede wintervacht, dus een deken is enkel van toepassing wanneer je ziet dat je paard aan het rillen is en het dus wel degelijk koud heeft. Een paard dat zijn haren rechtop zet heeft het nog niet koud, maar dit is een eerste stap van het lichaam om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Kijk dus zeker goed naar wat voor jouw paard van toepassing is. Een Arabier bijvoorbeeld zal het sneller koud krijgen dan een Ijslander.

Als laatste is het belangrijk dat de paarden meer hooi krijgen. De paarden kunnen in de winter niet meer van het gras smullen en tijdens de vertering produceert een paard ook nog eens warmte. Het is dus belangrijk dat ze voldoende eten hebben om zichzelf warm te kunnen houden. Ook niet onbelangrijk is om meermaals per dag het water te controleren.